Wie een weekje nabij de kerncentrale van Borssele verblijft - de schoonheid van dat oude landschap is misschien wel Zeeland's best bewaarde geheim - zal merken dat de kerncentrale vanaf het land opvallend onopvallend is. Er beweegt ook niks aan, en omdat ie geen koeltoren heeft, zie je dat koepeltje gemakkelijk over het hoofd. Horen doe je een kerncentrale al helemaal niet.
Hoeveel windturbines op de Noordzee zou je nodig hebben om de kerncentrale van Borssele te vervangen? Daar komen wat aannames aan te pas, omdat een kerncentrale een veel groter deel van de tijd aan staat dan een windturbine, die uitsluitend stroom levert als er voldoende wind is. Als we - genereus, uitgaande van wat de fabrikant van de Halliade X12 verwacht - stellen dat een windturbine de helft van de tijd stroom levert, en de kerncentrale van Borssele (486 MW) 90 procent van de tijd, dan zijn 67 windturbines van het genoemde type (13 MW, op dit moment de grootste, een proefexemplaar draait op de Maasvlakte) nodig om gemiddeld over het jaar dezelfde hoeveelheid elektriciteit te leveren. Voor de 67 turbines zal op zee naar verwachting 81 km2 nodig zijn. De kerncentrale staat op een terrein van 285 x 350 meter ofwel 0,1 km2. Ruim 800 keer minder dus.*)
De getallen in het filmpje zijn iets te gunstig voor Olkiluoto (de makers lijken het om de centrale liggende terrein vergeten te zijn) en het oppervlak van het windpark is te groot (dat had in de vergelijking met Olkiluoto geen 22x22 maar 16x16 kilometer moeten zijn) maar ook met de juiste getallen is het verschil moeilijk te missen.
[*)uitgangspunten: rotordiameter 220 meter (opgave fabrikant) en 1.000 meter (= 5 x de rotordiameter) onderlinge afstand. Het terrein van Borssele is opgemeten in Google Earth]